Spreekwoorden
Spreekwoorden die in het Frans hetzelfde betekenen, maar die anders uitgedrukt worden als in het Nederlands.
A l'œuvre, on connaît l'ouvrier.
Letterlijk: Aan [het resultaat van] de arbeid herkent men de arbeider.
Figuurlijk: Aan de vruchten kent men de boom.
Bon repas doit commencer par la faim.
Letterlijk: Een goede maaltijd behoort te beginnen met honger.
Figuurlijk: Honger maakt rauwe bonen zoet.
C'est en forgeant qu'on devient forgeron.
Letterlijk: Al smedend wordt men smit
Figuurlijk: Al doende leert men.
C'est la goutte d'eau qui fait déborder le vase.
Letterlijk: Het is de druppel die het glas doet overlopen.
Figuurlijk: Het is de druppel die de emmer doet overlopen.
À Rome, fais comme les Romains.
Letterlijk: Als je in Rome bent, gedraag je dan als de Romeinen.
Figuurlijk: Andere landen, andere zeden.
C'est bonnet blanc et blanc bonnet.
Het is een witte hoed en een hoed die wit is.
Figuurlijk: Het is mij lood om oud ijzer.
Betekenis: Het maakt niet zoveel uit, het is mij om het even.
Chantez à l'âne, il vous fera des pets.
Letterlijk: Zing voor een ezel, en hij geeft je als dank een stinkende wind terug.
Figuurlijk: Parels voor de zwijnen gooien.
Betekenis: Iets moois verspillen aan iemand die het niet verdient.
Comme on fait son lit on se couche.
Letterlijk: Zoals je je bed opmaakt, zo zul je er in gaan liggen.
Figuurlijk: Zoals je zaait, zo zal je oogsten.
Betekenis: Je krijgt wat je verdient.
Comparaison n'est pas raison.
Letterlijk: Vergelijken is niet verstandig.
Figuurlijk: Appels met peren vergelijken.
Betekenis: Het heeft geen zin om verschillende dingen met elkaar te vergelijken.
Dis-moi qui tu fréquentes, je te dirai qui tu es.
Letterlijk: Zeg mij bij wie je op bezoek gaat, en ik zeg je wie je bent.
Figuurlijk: Zeg mij wie je vrienden zijn, en ik zeg je wie je bent.
Betekenis: Het gezelschap dat iemand opzoekt, zegt veel over wat voor iemand hij is.
Force fait loi.
Letterlijk: Kracht maakt wet.
Figuurlijk: Kracht maakt macht.
Betekenis: Vaak geldt het recht van de sterkste.
Bien mal acquis ne profite jamais.
Letterlijk: Van op een slechte mnaier verkregen goed, heb je geen profijt.
Idiomatisch: Gestolen goed gedijt niet.
Vouloir, c'est pouvoir.
Letterlijk: Willen is kunnen.
Idiomatisch: Waar een wil is, is een weg.
Ventre affamé n'a pas d'oreilles.
Letterlijk: Een hongerige buik heeft geen oren.
Idiomatisch: Eerst komt het eten, dan komt de moraal.
Vache de loin a lait assez.
Letterlijk: Van veraf gezien heeft de koe melk genoeg.
Idiomatisch: Het gras van de buren lijkt altijd groener.
"Wie geen vreemde talen kent, snapt niets van zijn eigen taal.
Celui qui ne sait aucune langue étrangère ne sait pas sa propre langue.
"