Spreekwoorden
Spreekwoorden die in het Nederlands en het Frans enigszins verschillen.
À cheval donné on ne regarde pas les dents.
Letterlijk: Bij een gegeven paard moet je niet naar de tanden kijken.
Idiomatisch: Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken.
Il faut le voir pour le croire.
Letterlijk: Je moet het zien om het te geloven.
Idiomatisch: Eerst zien, dan geloven.
Il faut laver son linge sale en famille.
Letterlijk: Je moet de vuile was binnen de familie houden.
Idiomatisch: Je moet de vuile was niet buiten hangen.
Betekenis: Niet iedereen hoeft te weten van onze problemen, die lossen we zelf wel op.
Autre temps, autres mœurs.
Letterlijk: Andere tijden, andere zeden.
Idiomatisch: Andere landen, andere zeden.
Après la pluie, le beau temps.
Letterlijk: Na regen komt mooi weer.
Idiomatisch: Na regen komt zonneschijn.
Une journée est perdu si l'on n'a pas ri.
Letterlijk: Een dag is verloren als je niet gelachen hebt.
Idiomatisch: Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.
L'amour est aveugle.
Letterlijk: Liefde is blind.
Idiomatisch: Liefde maakt blind.
" Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistiek.
Il y a trois sortes de mensonges : le mensonge ordinaire, le parjure et les statistiques.
"