Agenda en uitgaanstips

 

 

 


Lees verder...

Zwemmen - Nager




 

 

 

Infinitief L'infinitif
te zwemmen nager
   
Tegenwoordige tijd Le présent
ik zwem je nage
jij zwemt tu nages
hij / zij / het zwemt il / elle nage
wij zwemmen nous nageons
jullie zwemmen vous nagez
zij zwemmen ils / elles nagent
   
Verleden tijd Le passé
Onvoltooid verleden tijd Le passé simple
ik zwom je nageais
jij zwom tu nageais
hij / zij / het zwom il / elle nageait
wij zwommen nous nagions
jullie zwommen vous nagiez
zij zwommen ils / elles nageaient
   
Voltooid tegenwoordige tijd Le passé composé
ik heb / ben gezwommen j'ai nagé
 

 

 

 








Citaat van de dag

"Van dat, waarvan men niet kan spreken, moet men zwijgen.
Sur ce dont on ne peut parler, il faut garder le silence. "
- Ludwig Wittgenstein -
(1889-1951)

Advertenties

Uw link op deze pagina?

Cursussen Frans
Volledige zelfstudie

 

Cursussen Frans
Zelfstudie met begeleiding

NHA
- Levend Frans voor beginners
- Levend Frans voor gevorderden
- Zakelijke correspondentie Frans