Agenda en uitgaanstips

 

 

 


Lees verder...

Staan - Être debout




 

 

 

 

Infinitief L'infinitif
te staan être debout
   
Tegenwoordige tijd Le présent
ik sta je suis debout
jij staat tu es debout
hij / zij / het staat il / elle est debout
wij staan nous sommes debout
jullie staan vous êtes debout
zij staan ils / elles sont debout
   
Verleden tijd Le passé
Onvoltooid verleden tijd Le passé simple
ik stond je étais debout
jij stond tu étais debout
hij / zij / het stond il / elle était debout
wij stonden nous étions debout
jullie stonden vous étiez debout
zij stonden ils / elles étaient debout
   
Voltooid tegenwoordige tijd Le passé composé
ik heb gestaan j'ai été debout

 

 








Citaat van de dag

"Van dat, waarvan men niet kan spreken, moet men zwijgen.
Sur ce dont on ne peut parler, il faut garder le silence. "
- Ludwig Wittgenstein -
(1889-1951)

Advertenties

Uw link op deze pagina?

Cursussen Frans
Volledige zelfstudie

 

Cursussen Frans
Zelfstudie met begeleiding

NHA
- Levend Frans voor beginners
- Levend Frans voor gevorderden
- Zakelijke correspondentie Frans