Agenda en uitgaanstips

 

 

 


Lees verder...

Rijden - Conduire



 

 

 

Infinitief L'infinitif
te rijden conduire
   
Tegenwoordige tijd Le présent
ik rijd je conduis
jij rijdt tu conduis
hij / zij / het rijdt il / elle conduit
wij rijden nous conduisons
jullie rijden vous conduisez
zij rijden ils / elles conduisent
   
Verleden tijd Le passé
Onvoltooid verleden tijd Le passé simple
ik reed je conduisais
jij reed tu conduisais
hij / zij / het reed il / elle conduisait
wij reden nous conduisions
jullie reden vous conduisiez
zij reden ils / elles conduisaient
   
Voltooid tegenwoordige tijd Le passé composé
ik heb gereden j'ai conduit

 

 

 

 




2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet |  sitemap.





Citaat van de dag

"Het leven is op zich zinloos. Je moet er zelf zin aan geven.
La vie n’a pas de sens à priori, et il appartient à chacun de lui en donner un. "
- Jean Paul Sartre -
(1905-1980)

Mededelingen en snelkoppelingen

Heeft u een eigen website? Een link naar deze website wordt zeer gewaardeerd. Uw website kan eventueel ook bij ons in het linkoverzicht geplaatst worden.

Cursussen Frans
Zelfstudie met begeleiding

NHA
- Levend Frans voor beginners
- Levend Frans voor gevorderden
- Zakelijke correspondentie Frans

Cursussen Frans
Volledige zelfstudie