Agenda en uitgaanstips

 

 

 


Lees verder...

Maken - Faire




 

 

 

Infinitief L'infinitif
te maken faire
   
Tegenwoordige tijd Le présent
ik maak je fais
jij maakt tu fais
hij / zij / het maakt il / elle fait
wij maken nous faisons
jullie maken vous faites
zij maken ils / elles font
   
Verleden tijd Le passé
Onvoltooid verleden tijd Le passé simple
ik maakte je faisais
jij maakte tu faisais
hij / zij / het maakte il / elle faisait
wij maakten nous faisions
jullie maakten vous faisiez
zij maakten ils / elles faisaient
   
Voltooid tegenwoordige tijd Le passé composé
ik heb / ben gemaakt j'ai fait

 

 

 








Citaat van de dag

"Geld stinkt niet.
l'argent n'a pas d'odeur "
- Keizer Vespasianus
(9-79 AD)

Advertenties

Uw link op deze pagina?

Cursussen Frans
Volledige zelfstudie

 

Cursussen Frans
Zelfstudie met begeleiding

NHA
- Levend Frans voor beginners
- Levend Frans voor gevorderden
- Zakelijke correspondentie Frans