Agenda en uitgaanstips

 

 

 


Lees verder...

Doen - Faire




 

 

 

 

Infinitief L'infinitif
te doen faire
   
Tegenwoordige tijd Le présent
ik doe je fais
jij doet tu fais
hij / zij / het doet il / elle fait
wij doen nous faisons
jullie doen vous faites
zij doen ils / elles font
   
Verleden tijd Le passé
Onvoltooid verleden tijd Le passé simple
ik deed je faisais
jij deed tu faisais
hij / zij deed il / elle faisait
wij deden nous faisions
jullie deden vous faisiez
zij deden ils / elles faisaient
   
Voltooid tegenwoordige tijd Le passé composé
ik heb gedaan j'ai fait

 

 

 








Citaat van de dag

"Iedere taal geeft een unieke kijk op het leven.
Chaque langue voit le monde d'une manière différente. "
- Federico Fellini -
(1920-1993)

Advertenties

Uw link op deze pagina?

Cursussen Frans
Volledige zelfstudie

 

Cursussen Frans
Zelfstudie met begeleiding

NHA
- Levend Frans voor beginners
- Levend Frans voor gevorderden
- Zakelijke correspondentie Frans